De Dam als fotografische
beeldbank
NW | N | NO |
W | Alles | O |
ZW | Z | ZO |
Een van de meest ingrijpende veranderingen die de Dam in het eerste kwart van de 20ste eeuw heeft doorgemaakt was de sloop van het zogenoemde Commandantshuis in 1912. Met de ingang aan de zijde van het Koninklijk Paleis stond dit pand tussen de latere Bijenkorf en gebouw Industria.
In 1807 nam de regering van koning Lodewijk Napoleon het complex in gebruik en in de eerste regeringsjaren van koning Willem I kreeg het een bestemming als woning van de stadscommandant. Vandaar de naam Commandantshuis. Het behield deze functie tot 1869, waarna er verschillende gemeente- en rijksinstellingen in werden gevestigd.
De Industrieele Club was op 13 mei 1913 opgericht ter bevordering van de landelijke belangen op het gebied van de handel en nijverheid en telde aanvankelijk 178 leden. Gebouw Industria moest in de huisvesting voorzien. De bouw stagneerde doordat men bij grondwerkzaamheden op de resten stuitte van een zware sluis, een staking van betonvlechters en vooral het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Gebouw Industria werd uiteindelijk op 8 januari 1916 feestelijk geopend door F.E. Posthuma als minister van Landbouw, Nijverheid en Handel.
Gedenksteen in het plaveisel van de Dam op de plaats waar in augustus 2001 de 27-jarige Margit Widlund overleed. Zij werd fietsend over het hoofd gezien door een afslaande vrachtwagen en overreden. Het ongeluk hernieuwde de discussie over de dodehoekspiegel op vrachtverkeer. Mede door inspanning van Margits echtgenoot Broer Widlund werd deze spiegel korte tijd later verplicht gesteld. Margits moeder Anna Enquist publiceerde een dichtbundel "de tussentijd" opgedragen aan Margit Widlund.