Tot de jaren zestig van de vorige eeuw was het bezit van een fototoestel slechts weggelegd voor kleine groepen in de samenleving. Daarom waren er overal in Nederland straatfotografen actief op locaties die veel dagjesmensen of bezoekers trokken. Tegen betaling maakten zij fotografische opnamen waarvan de afdrukjes later op dezelfde dag konden worden afgehaald of werden nagestuurd.
In de jaren dertig waren er tussen het Centraal Station en de Dam circa tien straatfotografen actief, die elkaar het licht nauwelijk in de ogen gunden. Talloze documenten in het Amsterdamse Politiearchief getuigen hiervan. Zo rapporteert een brigadier op 30 september 1937:
‘Vooral in de zomer en speciaal in de vakantietijd is het groote aantal straatfotografen een ware plaag voor het publiek. Meermalen staan zij op een rij op den Dam met hun fototoestel richting Damrak, het publiek dat van het Centraal-Station komt (vooral vreemdelingen en menschen uit de provincie) af te wachten. Het wordt dan als het ware een strijd om zich van een klant meester te maken, tot groot ongerief van het aldaar passeerende publiek, dat dan ook vaak zijn misnoegen daarover te kennen gaf. (...) Het groote aantal straatfotografen heeft mede tot gevolg onderlinge twistpartijen, waardoor op den Dam en omgeving oploopen ontstaan.’
Ref.: Momentfotografie, Straathandel en -theater