Straatmeubilair heeft over het algemeen een veel kortere levensduur dan gebouwen. Wat de Dam betreft is er één uitzondering op deze stelregel. Op 13 november 1840 meldde het Algemeen Handelsblad dat – in verband met de aanstaande inhuldiging van koning Willem II – voor het Koninklijk Paleis een aantal bijzondere ijzeren kandelabers zou worden geplaatst. Voor het ontwerp werd architect M.G. Tétar van Elven gevraagd. De oorspronkelijke bestelling ging uit van zes exemplaren, maar om financiële redenen werden het er uiteindelijk vier. De plaatsing liet echter vier jaar langer op zich wachten dan gedacht. Elektrificatie ervan vond plaats in 1917 en in 2001 kregen deze kandelabers de status van Rijksmonument. Wat de stadsverlichting betreft is het interessant om te beseffen dat deze van 10 juni 1944 tot de bevrijding in de hele stad werd uitgeschakeld.
Naast deze vier bijzondere lantarens, is en was de Dam het schouwtoneel van zich steeds wijzigende lichtmasten en andere vormen van straatmeubilair. Variërend van verkeerslichten, -borden, -zuilen of -huisjes, brandmelders, zitbanken, telefoonmasten of -cellen tot kiosken. Wat deze laatste categorie betreft werd in 1878 een eerste bloedrode kiosk bij Naatje geplaatst. Deze
Nadere studie naar alle fotografisch gedocumenteerde wijzigingen van het straatmeubilair in de loop van bijna vijftien decennia, kan nog veel informatie opleveren voor een nauwkeuriger datering van talloze foto's.
Litt.: Van 't Hull, Hespe 2005
Ref.: Commandantshuis, Damplantsoen, Fysieke gegevens, Koninklijk Paleis, Koninklijke inhuldigingen, Nationaal Monument, Schietpartij van 7 mei 1945