De Dam als fotografische
beeldbank
NW | N | NO |
W | Alles | O |
ZW | Z | ZO |
Naatje was het eerste nationale monument en bedoeld als een verlaat eerbetoon aan de oud-strijders die tijdens de Tiendaagse Veldtocht. Een door Pieter Oosterhuis bij de onthulling gemaakte stereo-opname is de oudst bekende foto van de Dam. Bij latere koninklijke jubilea en festiviteiten was Naatje vaak het middelpunt van feestversieringen.
Het beeld van Louis de Royer bleek nogal broos en verloor in 1907 een arm. In verband met verleggen van de tramsporen op de Dam en het aanbrengen van elektrische verlichting werd Naatje begin 1914 verwijderd in afwachting van een eventuele wederoprichting elders in de stad. Maar sindsdien verdween dit curieuze monument spoorloos. Monumenten lijken voor de eeuwigheid. De geschiedenis van Naatje is echter een van de vele bewijzen dat het ook anders kan lopen.
De Industrieele Club was op 13 mei 1913 opgericht ter bevordering van de landelijke belangen op het gebied van de handel en nijverheid en telde aanvankelijk 178 leden. Gebouw Industria moest in de huisvesting voorzien. De bouw stagneerde doordat men bij grondwerkzaamheden op de resten stuitte van een zware sluis, een staking van betonvlechters en vooral het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Gebouw Industria werd uiteindelijk op 8 januari 1916 feestelijk geopend door F.E. Posthuma als minister van Landbouw, Nijverheid en Handel.
Een van de meest ingrijpende veranderingen die de Dam in het eerste kwart van de 20ste eeuw heeft doorgemaakt was de sloop van het zogenoemde Commandantshuis in 1912. Met de ingang aan de zijde van het Koninklijk Paleis stond dit pand tussen de latere Bijenkorf en gebouw Industria.
In 1807 nam de regering van koning Lodewijk Napoleon het complex in gebruik en in de eerste regeringsjaren van koning Willem I kreeg het een bestemming als woning van de stadscommandant. Vandaar de naam Commandantshuis. Het behield deze functie tot 1869, waarna er verschillende gemeente- en rijksinstellingen in werden gevestigd.