Op 27 augustus 1856 maakte Pieter Oosterhuis tijdens de onthulling van ‘Naatje’ de oudst bekende foto van de Dam. Hiervoor had hij zich geposteerd op een van de bovenverdiepingen van het Koninklijk Paleis. Vanaf dit hoge punt maakte hij met één camera kort na elkaar twee opnamen op zelf geprepareerde glasnegatieven. Door deze samen te voegen ontstond een stereobeeld. Wie de twee beelden goed bekijkt ziet aan de nodige details ook dat ze onderling verschillen. Oosterhuis behoorde tot de eersten die de stereotechniek toepaste. Elf van de dertien bewaard gebleven daguerreotypieën van zijn hand betreffen ook stereo-opnamen.
Een later door Oosterhuis gemaakte stereofoto van Naatje werd als origineel opgenomen in de Praktische Volks-Almanak 1859 van de Haarlemse uitgever A.C. Kruseman. In de toelichting ‘Bij de titelplaat’ van LN. [=W.M. Logeman] werd hierbij verwezen naar het boek over Tenerife van Charles Piazzi Smyth dat in 1858 als eerste verscheen met een twintigtal originele stereo-opnamen.
Van belang is hierbij om te beseffen dat foto’s niet tegelijk met de tekst konden worden gereproduceerd voor de introductie van het rastercliché in 1882 door de uit München afkomstige Georg Meisenbach. Tot 1882 werden er dus originele afdrukken in boeken geplakt of werden foto’s handmatig gekopieerd in de vorm van hout- of staalgravures.
Litt: Van Veen 1993, Van Veen 2010
Ref.: Feestversieringen, Naatje, Prentbriefkaarten