Na de in juni 1945 in het Damplantsoen gerealiseerde erehal of het mausoleum verrees in 1947 op dezelfde locatie een Tijdelijk Nationaal Monument naar ontwerp van de architecten A. Komter en A.J. van der Steur. Het bestond uit een vier meter hoge, gebogen bakstenen muur. Daarin bevonden zich nissen voor urnen met aarde uit de elf provincies, onder meer afkomstig van fusillade- en begraafplaatsen. In tegenstelling tot oorlogsmonumenten elders in de wereld bevatten deze door keramiste Jos H. van der Veen vervaardigde urnen geen lichamelijke as, maar wel ‘met bloed doordrenkte aarde’. Vooralsnog beperkte de verzamelde aarde zich dus tot Nederlands grondgebied.
Het Tijdelijke Nationaal Monument werd na een rechtstreeks door de radio uitgezonden herdenkingsdienst op 13 december 1947 plechtig ingewijd in aanwezigheid van koningin Wilhelmina, prinses Juliana, prins Bernhard en alle commissarissen van de Koningin. De urnen werden hierbij vanuit de Nieuwe Kerk in de nissen onder de respectievelijke provinciewapens geplaatst. Hierdoor werd gesymboliseerd dat het geen lokaal maar een nationaal monument betrof. Na de inwijding kochten prinses Juliana en prins Bernhard publiekelijk certificaten van de Nationale Monumentencommissie in een speciaal daarvoor opgericht tijdelijk gebouwtje aan de rand van het Damplantsoen.
De urnenmuur zou ook een wezenlijk element gaan vormen van het defintieve Nationaal Monument dat in 1956 werd onthuld.
Litt: Van Ginkel 2011, Carasso 1986 en 1987
Ref.: Certificatenactie, Damplantsoen, Dodenherdenking en bevrijding, Mausoleum, Monumenten en gedenktekens, Nationaal Monument, Nieuwe Kerk